Het nieuwe jaar begon in Februari eigenlijk pas wat van zich te laten merken. Allereerst door nieuwe colorstates die weer de nodige misverstanden meebrachten en dus lekker kankeren veroorzaakte.
Veel tijd was hiervoor overigens niet want de training voor Royal Flush begon weer. Bovendien moest het JOP eind augustus afgewerkt zijn omdat dan de F-104 conversie zal beginnen.
8 februari Gerrit Schuur discussieerde op de baan uitvoerig met Henk Themmen over het al dan niet fiksen zonder dragchute…. Hij had gelijk.
Hauptmann “Boyd” Bachmann gaf op de 14e ons een pilsje en z’n baantje aan Hauptmann Beckereit, Kipp en obersexnaalgefreiter Seemann blijven nog een tijdje.
Om het even bij onze oosterburen te houden slaan we iets, dat toch wel de moeite waard is over (voorlopig).
Na het afscheid van fremd Nagel de eerste grote klap. Joop Gijzen verlaat het squadron, om een recce zaakje te beginnen op Eggebek. Het traditionele pilsje wordt in gepaste stemming genuttigd en een periode in het bestaan van 306 wordt hiermee afgesloten.
Kapt. Lex Adriaens neemt Ops op zich, Willem de Jong wordt 1e en Melle Benneker 2e vluchtcommandant. Er is dus nog steeds geen gebrek aan kapiteins. Voor historici nog even de datum: 28-02-1962.
O ja, de traditie van het squadron om scheidende een boek te geven werd natuurlijk niet gebroken en bijna iedere was het erover eens dat het in dit geval wel iets bijzonders mocht zijn.
Op 23 februari meldden zich een stel kerels met camera’s zich in de hangar. Dat is op Deelen niet zo vreemd maar ze hadden ook nog 5 mannequins bij zich en daar hadden de maten niet op gerekend.
De show duurde zowat de hele dag, de dames vlogen zelfs in een Hiller. Valt wel op dat wij op het veld geen foto’s mogen maken en dat onze moedersen niet eens in een Piper mee mogen. Aan crew-chiefs die in de hangar wilden werken was uiteraard geen gebrek.
Maart 1962
Het huis van de major v.d. Spek wordt ingedronken met de nodige zeer populair geworden stopen Amstel.
Jammer dat Heineken niet zoiets heeft. Bosma wordt vader van een mannelijke zoon en verdwijnt op de 29e naar de Vio. Hoewel niemand er enig verband in ziet. We hebben nooit achter hem gezocht dat er twee lui voor nodig zouden zijn om hem te vervangen en dan nog wel figuren als Ed “Neus” Schuckman en Herman “Lerp” Wilbrink, alle twee oud 315-ers. Ze waren daar beiden lid van de zelfs buiten Eindhoven beruchte “keienclub” en dat was vlug te merken aan opgeleverd kaartspel en kreten als “schrat” en “Sjuvve kreng”.
De foto van de prijzenkast heb ik natuurlijk niet voor niets hier ingeplakt. De Grunther pul duidt op Royal Flush en daar volgt met name een stukje over. Op 27 april vertrok de RF party naar Ramstein. Kapt. Gijsen kwam even terug om de baas te spelen (hij zal het wel nooit afleren) en om Willem de Jong in te werken. Als vlieger gingen mee; Frans Immens, Bob Verheul en Willy Evers die reserve werd.
De MFPS party begon al vlug met moeilijkheden. Voor de grens waren er al twee wagens uitgevallen. Voor Ramstein zouden het totaal 4 worden. Onderweg verliep alles verder zonder te veel moeilijkheden. Bij de aankomst op plaats van bestemming echter begon het uit de hand te drentelen. Men wist van niets. Drastisch optreden van de beide team captains behoeden Nederlands trots voor een soort Huifkar oefening. Wat ik tot nu toe heb geschreven afkeert eigenlijk de hele wedstrijd. Onze eigen 306ers werden constant door het noodlot achtervolgd, behalve misschien in de messes en bij de bingo’s. Natuurlijk was dit allemaal goed te merken bij de einduitslag. Iedereen hoopt op meer geluk een volgende keer maar dat zal in verband met de 104 conversie wel ’64 worden, op z’n vroegst.
Beter verliep de rotatie met 106 TRS van Air National Guard op Chammont. De gelukkigen waren dit jaar; Kapt. Melle Benneker (Det. Cdt.), Elt. Paul v. Leeuwen, Tlt. Gerrit Schuur, Vdg. Carel Carton, Sgt Hans Mulder en ikzelf, Ary Hobbel (in case you didn’t know).
Omdat 106 korte tijd na de rotation weer naar de States zou gaan duurde het feest maar 7 dagen. De teleurstelling werd vlak na de aankomst daar op 1 juni al vlug vergeten want er stond een C-47 op ons te wachten om ons door te brengen naar Nice waar de wijn uitstekend en het weer omgekeerd evenredig hiermee was. De overige 4 dagen stonden in het teken van de move; 2 kisten naar Rome, en 2 naar Pisa en 2×2 naar Wheelus. Aan de goede contacten hadden we niet te veel in verband met hun verhuizing, maar de uitgever van ration-cards bleef achter en dat leverde ons via een uitnodiging eens rond te komen kijken voor de 2e helft van 1962.
Het is weer eens tijd om 2 oud 306ers in de anale te noteren.Deze keer Kapt. Henk Themmen en Elt. Frans Immens.
Themmen gaat een test pilots cursus volgen in de States en Franske ondervindt de eerste gevolgen van het beroeps worden, namelijk een overplaatsing naar de Vio. Ook dit was een afscheid waar de tranen rijkelijk vloeiden, hoe kan het anders.
Op de foto nieuw in 1962 Flight Reporting.
Get that man’s name, was kennelijk de kreet van een of andere simpele doch voor zijn vader zeer bezorgde burger ergens in Friesland. Natuurlijk bedoelde hij de naam van de bestuurder van zo’n gevaarlijke straaljager die alsmaar laag overvloog.
De naam werd gevonden, uiteraard en het was, ik zou bijna willen zeggen “dus” Hans Mulder die dan ook onder strenge bewaking voor 14 dagen naar Klein Heidekamp om bij de Kon. Marechaussee over zijn zonden na te denken. Kennelijk was het allemaal voor niets want de zo met zorgen omringde vader van onze Fries is er, gezien het uitblijven van een kaart niet aan doodgegaan.
Augustus 1962
Het is weer tijd om te moven want de herten of de toeristen of beide worden bronstig. We leven in een democratisch land en dus verdwijnt heel 306. Volkel is waarschijnlijk te moeilijk en Gilze ligt toch maar niets te doen.
Men was er zeer blij met onze komst en dat bleek o.m. de eerste tijd uit permanente toestemming voor low-passes en low-breaks, jammer dat de maten het zelf verpestten, sommigen schuifelden met hun buik door het gras van Tilburg tot Breda en dat was zelfs onze eigen CVD, Lt. Kol. Van Empel te grof. Toch blijkt wel dat alles weer iets soepeler ging draaien dan anders. In de mess was het vaak het tegendeel van de vorige move, messfeesten wat kwam doordat er na heel wat lui dichter bij huis zaten en anderen met vakantie waren.
De drie “close calls” die we hadden waren dan ook niet te wijten aan hangovers. Eén maal was het een Canberra die aan het low-levellen was zonder kaart of zowat hij ramde mooi langs baan 11 zonder toestemming van de toren terwijl Paul van Leeuwen bezig was aan een low approach voor 29 (met toestemming). Onnodig te vermelden dat het werkte.
Verder waren er kort na elkaar 2 gevallen van een barrier engagement. Ze waren allesbehalve geplanned en (dus) niet succesvol, gelukkig overigens want beide gevallen gebeurden net na het loskomen. De schade viel hard mee, links en rechts een deukje en strepen op de barrier staat goed operationeel voor Gilze. De misdadigers; Paul van Leeuwen en ons aller nachtpitje, Leo Ramakers.
Plannen omtrent de conversie op de F-104 krijgen vastere omlijning. De indeling van de ploegen is bekend gemaakt. Er gaan echter ook hardnekkige geruchten rond dat het geheel wel eens wat trager zou kunnen gaan dan door de hogere luchtmacht leiding doet vermoeden. Dat doet ons overigens niet te veel want het zal onmogelijk zijn om een heel eskader operationele vliegers een paar maanden niet te laten vliegen omdat toevallig het alom gehate JOP op is. Bovendien doen de RF’s het nog best.
Enthousiasme voor de 104 wordt ook niet erg gekweekt, men vertelt namelijk dat we de eerste 12-18 maanden zonder camera’s zullen vliegen (omdat er nog niets is besloten over een pod) en we er ieder geval gedurende die tijd waarschijnlijk een strike-taak bij zullen krijgen.
De tekening een bladzijde terug had ik in een enthousiaste bui al gemaakt voordat ik aan het bijbehorende verhaal toe was. Vandaar dat ie een stukkie verkeerd staat. ’t Was aan het eind van de maand, en dus van de move, dat er een afscheidsfeestje was in de mess. Deze keer was praktisch ieder er. Nadat veel te veel mensen zich geroepen hadden gevoeld om met veel woorden weinig te zeggen en veel te weinig de roeping of moed hadden gehad drank weg te geven was de stemming er toch wel aardig ingekomen.
De grote RF-84 die ons al dagenlang in de hal van de grondschool had staan uitlachen maar die we door een verbod van C.v.D. en Sqn. Cdt perse niet mochten stelen was tussen de vele woorden door welwillend afgestaan door overste Sipkes. Hiermee was de lol er natuurlijk af en er werden driftige plannen gesmeerd om de even grote 104 dan maar mee te nemen. Zo nu en dan sneakten er maten de mess uit en daarna werd het een troep waardoor één man geen normaal overzicht van te geven is. Paul van Leeuwen (alweer) en ikzelf haalden de 104 uit de grondschool, Sipkes liet de Flash terug stelen en bij de Marechaussee onderbrengen, een grotere partij ging met een smoes en L.B.K naar de grondschool om te doen wat al gebeurd was er werd door Sipkes zelf weer naar de mess gestuurd, Maj. van de Spek en Piet Duijn waren weer in het bezit gekomen van onze RF en reden voor een achterop de Taunus van de basis Cdt. over het veld en tot slot laadde zowat heel 306 de 104 in de wagen van Paules die hem meenam naar Turnhout.
De onderofficieren wilden een souvenir meenemen en sleurden daartoe een smeedijzeren lantaarn met bedrading en al van de O.O. mess af wat natuurlijk helemaal niet netjes is. Foei, die onderofficieren toch, gelukkig hebben ze de lamp weer eerlijk teruggeven (na opdracht van hogerop natuurlijk). De maten voelden zich verplicht ook hun steentje bij te dragen en zorgden ervoor dat het verbodsbord bij de LWA-barak verdween om de MFPS te gaan beschermen tegen mannelijke personen, mogelijk ook tot voldoening van de vroeger door voorgenoemd bord bewaakten.
En vergist u niet, mijne heren, dat het mijn uitdrukkelijke wens is dat auto’s altijd met de achterkant naar de gebouwen worden geparkeerd.
Er breekt kennelijk een slappe tijd aan voor ons squadron. De 104 conversie ligt toch verder weg dan ons is beloofd en we vliegen dus nog maar een poosje zij het rustig aan door op de oude bullen. In Duitsland zijn 4 Starfighters keurig in formatie de grond ingedoken en daarin zaten juist vier van de weinige instructeurs. Resultaat; Nederlandse vliegers moeten maar wachten. Think Big, NATO. Iets wat eigenlijk nog bij niemand was opgekomen in C.T.’h. kwam van CLV niet alleen naar ons commando maar zelfs naar ons bloedeigen 306. Carel Carton liet zich in Utrecht inschrijven bij de medische faculteit. Succes Carel.
Ondanks onze kuren op Gilze heeft Lt. Kol. Sipkes met enkele andere officieren een bezoek gebracht aan de crewroom. Z’n eerste blik ging naar twee grote modellen die door Sgt. Leen Brandwijk met gereedschapsstaal in de muren waren vastgezet. Bij een toast was hij dan ook zo pienter ons de gestolen honderdvier cadeau te doen.
Oktober 1962
Weer Gilze-Rijen, het kan niet op C-CT’h nodigt alle vliegers uit voor een pilots call op de nieuwe aanwinst van het commando. Met grote bussen vertrok alles kort na de lunch naar het zuidwesten om zeker voor de generaal daar te zijn, voor een uur of vier, half vijf dus. Dat waren zelfs degene, die eigen vervoer gebruikten.
De hal van de grondschool was uitgerust met 2 bars en wat tafels met snacks en versierd met vlaggen van de 5 squadrons. Kennelijk met herinneringen vers in het geheugen had een niet nader te noemen basisbaas op het balkon posten van het L.B.K. laten zetten, bewapend en wel. Uiteraard werden er toch verschillende pogingen gewaagd de vlaggen te bemachtigen en het lukte 312. De vlag moest later wel terug maar zij hadden de eer. Dat het toch wel een troep moest worden bleek wel toen gen. Cox even stilte vroeg… om een door Lt. Kol. Jansen aangestoken rotje de menigte in te slingeren. De gevolgen bleven niet uit, glazen gingen tegen de vlakte, nog meer vuurwerk ging af en natuurlijk werden de brandblusapparaten niet gespaard. Omdat wij zo ver moesten zouden we overnachten op Gilze wat dus ruimschoots gelegenheid verschafte alles wat grondiger uit de hand te laten draven.
De laatste 2 maanden van 1962 worden ingeluid met, eindelijk toch, voorbereidingen voor de conversie.
Majoor v.d. Spek heeft al eens geprobeerd alles uit te leggen wat nogal moeilijk was maar nu begint het voor iedereen toch wel vorm aan te nemen.
8 december gaat de eerste groep naar Nörvenich, en dat zijn: Kapt. Willem de Jong, Elt. Paul van Leeuwen, Elt. Dirk Faas, Tlt. Steef Heijboer, Tlt. Ed Schuckman en de Sgt1 Willy Evers.
De 2de groep zal 7 januari 1963 eerst naar Twenthe gaan om daar de boel op poten te zetten en een gedeelte van het squadron gaat de RF’s opvliegen op Volkel.
Majoor van de Spek gaat daar gastvliegen omdat hij op stafcursus is tot eind maart. Dick de Kolf doet hetzelfde vanwege een O.R.O.V, Bob Verheul omdat hij in sept 1963 geen contract meer heeft en Leo Ramakers omdat hij in februari in rubber gaat.
Carel Carton wordt overgeplaatst naar 314 in verband met zijn opleiding tot kwakzalver en over zijn vervanger wordt alleen nog maar gefluisterd. Er is al driftig met requesten gestrooid omdat 104 vliegers minstens 2 jaar te gaan moeten hebben.
2 foto’s waar bij staat 20 nov. 1962. Maar het lijkt wel op de 1000 uur van Willy Evers of Frans Immens in maart.
De laatste loodjes zijn al een tijd spreekwoordelijk de zwaarst en dat is in dit geval ook zeer zeker waar. Ik ben zelf inmiddels overgeplaatst en in december en de eerste paar maanden van 1963 bestonden voor 306 alleen maar uit verhuizen. Gerard Bosma, die inmiddels weer op Deelen zat, zij het niet bij ons, was belast met de voorbereiding voor de grote uittocht naar Twenthe.
Op 7 januari 1963 vertrokken daarheen; Kapt. Adriaens, Kapt. Benneker, Elt. de Jong, Tlt. Schuur, Tlt. Hobbel, Sgt. Wilbrink en Sgt. Mulder. Wij beginnen daar aan het inrichten van de crewroom, Ops, intell enz. zij maakten het af want op de 11de werd ik bij 314 geplaatst.
Naar Volkel gingen, met 8 kisten en de MFPS Elt. Verheul, Eijlers, Tlt. Ramakers, Vdg. Groeneveld en als gastvlieger majoor van de Spek en Sgt. roodborst de Kolf.
Hierna is er zoveel gemoved dat een staatje me het overzichtelijkst lijkt. Ik zal trachten alles bij te werken tot de uiteindelijke bestemming Twenthe.
Majoor van de Spek: Stafschool – Twenthe – Nörvenich
Kapt. Adriaens: Twenthe – Nörvenich
Kapt. de Jong W.A: Nörvenich – 306 Volkel – Nörvenich
Kapt. Benneker: Twenthe – Nörvenich – 311 – 306 Volkel – Nörvenich
Elt. van Leemsen: Nörvenich – 306 Volkel – 314 – Nörvenich
Elt. Faas: Nörvenich – 314 – Nörvenich
Elt. de Jong J.P.: Twenthe – Nörvenich – 306 Volkel – Nörvenich
Elt. Verheul: 306 Volkel (vast)
Elt. Eijlers: 306 Volkel – 311 (vast)
Elt. Koot: 306 Volkel – Nörvenich
Elt. Vierdag: Twenthe – Nörvenich – 306 Volkel – Nörvenich
Tlt. Heijboer: Nörvenich – Eindhoven – 306 Volkel – Nörvenich
Tlt. Schuur: Twenthe – Nörvenich
Tlt. Klijn: Twenthe – Nörvenich – 306 Volkel – Nörvenich
Tlt. Carton: 314 (vast)
Tlt. Ramakers: 306 Volkel – in (burger) rubber (vast)
Tlt. Schuckman: Nörvenich – 314 – Nörvenich
Tlt. Hobbel: Twenthe – 314 – 306 Volkel – 314 (vast)
Vnd. Groeneveld: 306 Volkel – Nörvenich
Sgt 1. Evers: Nörvenich – 314 – Nörvenich
Sgt. Wilbrink: Twenthe – Nörvenich – 314 – Nörvenich
Sgt. Mulder: Twenthe – Nörvenich – 311 – Nörvenich
Sgt. de Kolf: Loks – 306 Volkel – Nörvenich
Op de foto links de P-15 in de barrier, rechts de M-102 die van de baan is afgeschoven.
De nieuwe namen kwamen alle van 314 om vertrekkende 306ers te vervangen, voor zover dat mogelijk is.
Vierdag, Klijn, Koot en Groeneveld kwamen, Verkerk, Eiflers, Carton, Ramakers en ik zelf gingen.
U ziet het, scheiden van 306 is zo moeilijk dat er nu al voor de derde keer staat dat ik af ben, terwijl ik het nog steeds zelf schrijf. Voordat ik definitief uit dit boek en uit de lopende geschiedenis van het squadron verdwijn deze persoonlijke wens;
“Veel 104-uren en many happy landings”.
Ary Hobbel.